Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Drupt, [23]gij hemelen! van boven af, en dat de wolken vloeien [24]van gerechtigheid; en de aarde opene zich, en dat allerlei [25]heil uitwasse, en gerechtigheid [26]te zamen uitspruiten; Ik, de HEERE, [27]heb ze geschapen. 23. Wat God hier den hemel en de aarde beveelt, dat belooft Hij tegelijk zijn volk te geven [eigenlijk te spreken, verstaan de aarde en hemel niet wat God hun beveelt]. God belooft zijn volk dat Hij hen met de vreugde der verlossing uit Babylonie overvloediglijk zegenen en verzadigen zou. 24. De verlossing uit de Babylonische gevangenschap is een werk der gerechtigheid Gods, zo ten aanzien zijner beloften als ten aanzien dat het billijk is, dat het volk Gods verkwikking, de Babyloniers straf ontvangen; en versta hierbij, de geestelijke verlossing door Christus. En alzo meermalen in het volgende. 25. Dat is, verlossing van mijn volk. 26. Anders: en dat zij, te weten de wolken, heil voortbrengen en zij haar, te weten de aarde, doe uitspruiten met elkander. 27. Of, heb hem, te weten Cores, geschapen; dat is, daartoe geordineerd, te weten om mijn volk uit de gevangenschap te verlossen; of heb het geschapen.